๐ช๐ฎ๐ ๐ธ๐ฎ๐ป ๐ฑ๐ถ๐ฒ ๐๐ฒ๐ฒ๐น ('๐ป๐ถ๐ฒ๐ ๐บ๐ฒ๐ฒ๐ฟ ๐ป๐ผ๐ฑ๐ถ๐ด')
De radioloog vertelde vol trots wat hij in zijn werkzame leven had geleerd. Hij sprak lang over het werken met contrastmiddelen; hij ging maar door. Ik dacht nog: โwat kan die veelโ. Tot die slotzin kwam: โAllemaal niet meer nodig; dat is goed voor de kermis. Nu sturen we alles naar India.โ
Tja. Banen slijten, taken worden uitbesteed; nieuwe vaardigheden worden belangrijker en opleidingen hollen achter de feiten aan. Zo gaat dat nu eenmaal.
Specifieker: hoe zit het met ambtelijke vaardigheden en competenties? Wat verdwijnt langzaam maar beslist? Wat is cruciaal voor nieuwe tijden?
๐๐ฑ ๐ฅ๐ฆ ๐ฃ๐ข๐ฏ๐ฆ๐ฏ๐ฎ๐ข๐ณ๐ฌ๐ต
In het spel โDe Banenmarktโ leg je bestaande en nieuwe functies op de snijtafel. Spelers krijgen kaarten met klassieke vaardigheden (besluiten door complexe lijnen loodsen) en toekomstvaardigheden (soepel samenwerken in multidisciplinaire teams).
In de eerste ronde veil je op tijd: op welke drie professionele competenties zet jij de komende vijf jaar in? De groep bepaalt via discussie en stemmen welke biedingen โrealistischโ zijn; wie het vaakst op verdwijnende vaardigheden inzet, verliest punten.
In ronde twee nemen teams nemen een bestaande functie (beleidsmedewerker, jurist, communicatieadviseur, controller) onder de loep en breken die op in losse taken. Elke taak krijgt een label: automatiseren, uitbesteden, houden, uitbreiden. Je scoort punten door taken overtuigend in de juiste categorie te plaatsen; een โjuryโ van collegaโs mag dat bevragen of tegenspreken.
De derde ronde kent een snel kaartspel: op tafel liggen casuskaartjes (bijvoorbeeld op jeugd, energie of ruimtelijke ordening). Spelers vormen een โraad van opleidingenโ met een helaas (te) beperkt budget: ze moeten voor elke casus kiezen welke trainingen blijven, welke verdwijnen en welke nieuw ontwikkeld worden?
Bij de vierde en slotronde presenteert iedereen รฉรฉn nieuwe functie voor 2035. Elke speler krijgt twee fiches: รฉรฉn om te stemmen op de functie waarin hij of zij zelf het liefst zou werken, en รฉรฉn om te stemmen op de functie die hij of zij maatschappelijk het meest nodig vindt. De functie met de meeste stemmen wint.